Goede kwaliteit van taalonderwijs is van algemeen belang. Uit het laatste peilingsonderzoek van Cito binnen het project Periodieke Peiling van het Onderwijsniveau (PPON), blijkt dat resultaten op het gebied van taalonderwijs tegenvallen. Het gaat dan met name om de niet-technische aspecten van taalonderwijs zoals begrijpend lezen. Het project StoryBOX speelt hierop in door kinderen in groep 3 van de basisschool uit te nodigen om te onderzoeken en te spelen met taal. Centraal staat daarbij de mondelinge taalontwikkeling; de kinderen experimenteren met het maken van woorden en het automatiseren van woordherkenning. Hoe sneller je van klanken naar woorden komt als kind, hoe sneller je toekomt aan taalbegrip. Klanken vormen woorden, woorden vormen zinnen en groeien uit tot verhalen. Het project is opgezet vanuit de overtuiging dat spel in de ontwikkeling van taalvaardigheid en taalgevoel een belangrijke rol kan spelen.
StoryBOX biedt kinderen de mogelijkheid om het taalsysteem spelenderwijs en intuïtief te ontdekken. Spelen is een van de meest natuurlijke manieren om leerervaringen op te doen. Dat kan een belangrijke verrijking zijn op de leeslessen die doorgaans voorgestructureerd en gestuurd zijn. Kinderen in groep 3 genieten nog van verhalend spelen, hetgeen gestimuleerd kan worden door spelelementen en media in te brengen in het onderwijs. Spel is zo belangrijk in het leerproces omdat het mogelijk maakt iets te oefenen in een veilige situatie; niets is ‘fout’.
StoryBOX bestaat uit een aantal tastbare, technologisch verrijkte objecten. De eerste prototypen zijn blokken. In ieder blok zit een klank om te beluisteren met een stethoscoop. De audio component wordt door deskundigen op het gebied van taalonderwijs, die de StoryBOX klankbordgroep vormen, beschouwd als een belangrijke aanvulling op de bestaande methodes. De blokken zijn individueel te beluisteren, maar het is ook mogelijk om een serie blokken te beluisteren. Zo worden leerlingen uitgedaagd om van de klanken woorden te vormen. Als de aa-klank bijvoorbeeld gekoppeld wordt aan de p-klank, dan hoor je ‘aap’. Vormen de gecombineerde klanken geen woord, dan blijf je de afzonderlijke klanken horen. Hiermee kunnen de leerlingen zelfstandig (zonder tussenkomst van leerkracht) – individueel en in groepjes – experimenteren met het maken en herkennen van woorden. Later, in groep 4, zullen leerlingen naar verwachting in staat zijn om verhalen te maken met de woorden en zinnen van StoryBOX.
De kinderen onderzoeken gezamenlijk – en op het niveau waar ze op dat moment aan toe zijn – de klanken, letters, woorden en deelstructuren van de taal. De audio en tactiele kwaliteit van de interactieve blokken lokken het spel uit, waardoor de leerling het verkennen van de taal meer als spelen ervaart dan als leren. Ze combineren, bouwen, ruilen en spelen vanuit hun gewekte nieuwsgierigheid.
In de ontwikkeling van StoryBOX wordt nauw samengewerkt met een basisschool. In elk nieuwe fase van het ontwerpproces wordt gedurende de hele ontwikkelperiode aan vier leerlingen gevraagd het spel te testen. Naar aanleiding van hun respons kunnen verbeteringen doorgevoerd worden. Ook de docent speelt in dit proces een belangrijke rol en evalueert samen met het ontwerpteam de gegevens uit de gebruikstest.
Zo komt Waag Society tot een ontwerp dat niet alleen aan de eisen van het taalonderwijs voldoet, maar ook aansluit bij de lespraktijk van de docent, en vooral voor de leerlingen een spannende en speelse manier van leren biedt. Op dit moment wordt het principe van het spel en de educatieve meerwaarde onderzocht, vervolgens worden het design, de tactiliteit van de blokken en de spelregels verder verfijnd en getest.
StoryBOX is een Innovative Pilot Education binnen het GATE project, ondersteund door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en het Nationaal Regieorgaan voor ICT-Onderzoek en -Innovatie (ICT Regie).
* Dit artikel werd eerder geplaatst in Waag Society magazine.